In feite verandert er in de gehele 18e eeuw weinig aan deze bezitsverhoudingen en zijn het de gezamenlijke erven van Eyse Ables die als eigenaars in de kohieren vermeld blijven. Het 1/4 deel van Halbe Boockes op sate 33O wordt na 1718 niet meer apart vermeld, het is blijkbaar overgegaan naar de erven van Eyse Ables. Van het apart vermelde 1/4 deel van sate 32 blijft na 1768 slechts 1/16 in handen van een andere erfgenaam.
Stemkohier van 1708: Gerck Sierds, wed. Eyse Ables 3/4 part, Teunis Teeckis 1/4; Sate 33 Oost: Gerck Sierds pro se et nom. libr. 3/4 part, zelf gebruiker; Halbe Boockes dorpsrechter 1/4 part
Stemkohier van 1718: Eyse Ebles [erven] en Hendrik Clases 3/4 part van 32 en geheel 33O; Tziedsger Sybes en Jochem Jans 1/4, de laatste nom. libr. (in naam van de kinderen), gebruiker Hendrik Clases;
De in 1718 genoemde Hendrik Clases was getrouwd met Ydtie Eyses. Hij verdient om twee redenen speciale vermelding. In de eerste plaats bezit hij ook twee percelen op sate 29, die daar ook speciaal worden vermeld als Hendrik Clasen bouwland en pas in 1849 in handen van de familie Andringa overgaan. Daarnaast trouwt zijn dochter Trijntje met Rebbe Andries, een 'Andringa' uit de eerste generatie. Omdat hun kinderen ongetrouwd blijven, krijgt de Andringa-familie door vererving een eerste voet tussen de deur op deze sate, om deze later in zijn geheel te verwerven.
Stemkohier van 1728: Hendrik Clases cum uxore 3/4 part van 32 en geheel 33O; Tziedsger Sybes n.u. en Jochem Jans nom. libr. 1/4, gebruiker: Hendrik Clases
Stemkohier van 1738: Hendrik Clases wed. en erven 3/4 part van 32 en geheel 33O; Tziedsger Sybes n.u. en Jochem Jans nom. libr. 1/4; gebruiker: Hendrik Clases weduwe
Stemkohier van 1748: (een zate met huis en wel 40 pm): Trijntje Hendriks, echte huisvrouwe van Rebbe Andries, Eyze, Claas en Sierd Hendrix en Gerckje Hendriks getrouwd aan Ayze Engberts, samen 3/4 part van 32 en geheel 33O; Tziedsger Sybes n.u., Jan Jochums en Eeuw Remmelts nom. ux. 1/4; gebruiker: Eyze Hendriks
In de kohieren van 1758, 1768, 1778, 1788 en 1798 treffen we eenzelfde verdeling van het bezit aan, met uiteraard na overlijden van een genoemde persoon de namen van diens erfgenamen.
In het begin van de 19e eeuw komen enkele Beetsterzwaagster notabelen in bezit van de delen van de gecombineerde sate die eerder in bezit waren van Jan Douwes c.s. Bonne en Tjibbe Andries Andringa erfden het deel van de vier kinderen van Rebbe Andries.
Stemkohier van 1818: een zate 22 morgen; Bonne en Tjibbe Andringa; Eise Jans Hofstra, Ibe Wiebes Buursma, Wytske en Antje Wiebes; Fedde Tjeerds Posthumus, mr. Dominicus Suringar, Etta, Sake en Oene van Teyens
Op 25 maart 1823 wordt het aandeel van de Andringa's uitgebreid. Antje Lolkes, wed. Andries Heeres, koopt dan zeven percelen in een publieke verkoping van een zathe en landen c.a. te Wijnjeterp, bij Jan Liekeles Stoker in gebruik, het grootland genaamd, en een plaats los land zonder huisinge, by deselve gebruikt en het losland genaamd. In de beschrijving zijn de saten 32 en 33Oost (het grootland resp. losland) te herkennen.
De precieze verdeling van het bezit wordt als volgt aangegeven in 512e delen van het totaal (tussen haakjes het aandeel van de verschillende eigenaren, 32 betekent dus 32/512e deel): Oene, Etta en Saco van Teijens (132), Dominicus Suringar (80), Fedde Tjeerds Posthumus (100), Tjibbe Andries Andringa (30), Bonne Andries Andringa (30), Eise (30) en Egbertje Jans Hofstra (30), Iebe, Wietske en Antje Wiebes (elk 16), kinderen Aize Bokkes de Boer (20), Roelof Engberts Duursma (5) en Tjeerd Andries Roukema (5).
In het Stemkohier van 1828 wordt de nieuwe verdeling als volgt omschreven:
sate 32: 28.69 hectare; mr. Dominicus Suringar, Antje Lolkes, Jan Roels Postma; gebruikers: Hans R. de Jong en Tjibbe Andringa
sate 33O: Etta Arnolda, Sake en Oene van Teyens; gebruikers: Hans Roels de Jong en Jan Lykles Stoker
Op de kadasterkaart van 1832 staat de precieze verdeling van de sate over de verschillende eigenaren aangegeven. Het bezit van Antje Lolkes bestaat uit heide en wei- en hooiland ten noorden van de Bûtewei.